Meting met behulp van een hearing aid analyzer
Hierbij wordt met behulp van een hearing aid analyzer eerst de output van het hoortoestel gemeten wanneer het hoortoestel op de M-stand staat. Hierbij wordt het hoortoestel op een 2CC of OES-coupler aangesloten en in de testbox geplaatst. Er wordt bij voorkeur met een spraakruis van 65 dBSPL getest. De soloapparatuur staat op dit moment niet aan.
Vervolgens wordt het hoortoestel met coupler buiten de testbox geplaatst en de microfoon van de soloapparatuur wordt in de testbox gelegd op de plaats waar het hoortoestel lag. Het hoortoestel wordt in de gebruikelijke stand gezet wanneer soloapparatuur wordt gebruikt (FM, FM+M of (M)T) en de soloapparatuur wordt aangezet. Met hetzelfde testsignaal als bij het testen van alleen het hoortoestel moet bij deze combinatie ongeveer dezelfde output worden gemeten als met alleen het hoortoestel. Is de afwijking groter dan 2 dB (gemiddeld over 750, 1000 en 2000 Hz) dan moet de instelling van de soloapparatuur worden veranderd. Denk er aan om beide kanten te testen en eventueel bij te stellen wanneer de soloapparatuur met twee ontvangers werkt.
Wanneer voor de signaaloverdracht van de soloapparatuur naar het hoortoestel gebruik wordt gemaakt van inductie (T-stand) moet de halslus om het hoofd van de gebruiker worden gehangen en het hoortoestel op het oor van de gebruiker. Een schematisch overzicht van deze meetopstelling is gegeven in figuur 1. Om deze opstelling fysiek ook mogelijk te maken is het wellicht handig om het slangetje tussen hoortoestel en coupler langer te maken. In dat geval moet dezelfde slag natuurlijk ook worden gebruikt als alleen het hoortoestel wordt doorgemeten.
Figuur 1 Schema opstelling voor testen luidheid soloapparatuur met inductie overdracht