Informatie voor de leerkracht
uitleg over de werking van solo apparatuur (wat doet de apparatuur)
Het onderliggende doel van solo apparatuur is dat de stem van de leerkracht weer verstaanbaar wordt overgedragen op de leerling. Randvoorwaarde hierbij is dat er sprake is van een lessituatie waarin auditieve informatieoverdracht plaatsvindt.
Solo apparatuur neemt de stem van de leerkracht op dicht bij de mond, zendt de informatie via FM verbinding naar de ontvanger, en de ontvanger biedt het geluidssignaal rechtstreeks aan op het oor.
Het gebruik van de apparatuur zorgt ervoor dat de stem van de leerkracht onafhankelijk van de afstand tussen leerkracht en leerling op een constant geluidsniveau wordt aangeboden alsof de spraak met 70-80 dB bij het oor komt. Bij normale instelling van de apparatuur betekent dit dat dit geluid ruim boven het omgevingsgeluid uitkomt; dit resulteert in een verbetering van 20-30 dB in de signaal-ruis verhouding.
uitleg van voordelen en beperkingen
voordelen van de apparatuur
● | de leerling kan de leerkracht beter verstaan, doordat de stem van de leerkracht beter bij hem/haar binnenkomt. |
● | doordat de leerling de leerkracht beter kan verstaan, zal hij deze vaak beter begrijpen en zijn/haar aandacht beter kunnen richten op de leerkracht. |
nadelen van de apparatuur
● | de apparatuur is gevoelig voor storing. Frequenties kunnen op elkaar storen, bij gebruik van meerdere frequenties binnen een gebouw. |
● | de microfoon wordt op de kleding van de leerkracht bevestigd. Hierdoor treedt er geregeld kledingruis op. |
● | de microfoon van de solo apparatuur pikt de stem van de leerkracht op, maar niet de stemmen van de andere kinderen in de groep. Deze worden dus niet beter waargenomen. |
momenten van dragen van de apparatuur
De solo apparatuur kan op verschillende momenten binnen school worden ingezet. De momenten van dragen zijn uitgewerkt in het overzicht
momenten inzetten solo apparatuur (.doc).
Bij het gebruik van solo apparatuur binnen het kleuteronderwijs, wordt de solo gedragen tijdens kringmomenten, liedjes zingen en voorlezen. Wanneer solo apparatuur in kringsituaties wordt gebruikt, is het vaak lastig voor kinderen om hun klasgenoten voldoende te kunnen verstaan. Het heeft dan de voorkeur om de zender op een voorwerp (knuffelbeer) te zetten, en deze door te geven. Daardoor treedt er minder ruis op en wordt het gesprek gestructureerd (degene die de beer heeft spreekt, de andere kinderen luisteren).
Tijdens buiten spelen, vrij spelen wordt ervoor gekozen de apparatuur uit te zetten (microfoon op mute) of de ontvangers niet te dragen. Zeker wanneer kinderen veel bewegen en spelen, verdient het de voorkeur de apparatuur af te doen, zodat deze niet kapot gaat of kwijt raakt.
Vanaf groep 3 wordt de apparatuur gedragen tijdens onder andere instructiemomenten, kringmomenten, voorlezen en zingen. Tijdens zelfstandig werken, NGT lessen en buiten spelen wordt ervoor gekozen de apparatuur uit te zetten of niet te dragen.
Tijdens de vaklessen, m.u.v. gym, wordt de apparatuur gewoon gedragen.
opladen en bediening van de zender (aan-uit, kinderslot)
De zender moet elke nacht worden opgeladen. Elke zender heeft een vaste frequentie. De ontvangers van de kinderen uit de betreffende groep zijn ingesteld op de frequentie van deze zender. Per zender is de bediening anders. Bij de leverancier zijn spreadsheets verkrijgbaar, met daarop kort de belangrijkste informatie over de bediening van de apparatuur. Hierop staat bijvoorbeeld beschreven hoe de zender aan en uit gaat, hoe de microfoon aan en uit gaat en hoe de zender op kinderslot te zetten is. De spreadsheets van de meest gebruikte zenders vindt u op de website van de leveranciers:
bediening van de microfoon (aan-uit)
De bediening en verschillende standen van de microfoon zijn terug te vinden op de spreadsheets van de leveranciers. De spreadsheets van de meest gebruikte zenders vindt u op de website van de leveranciers:
bediening ontvangers
De ontvangers die de leerlingen gebruiken, hebben per model een andere bediening. Sommige ontvangers kun je harder of zachter zetten met een knop op de ontvanger (bijvoorbeeld bij de Mylink van Phonakl). Andere ontvangers kun je alleen via de computer harder/zachter instellen (bijvoorbeeld de Mlxs ontvangers van Phonak). Informatie over de bediening van de ontvangers worden beschreven in de spreadsheets van de leverancies. Deze vindt u op de website van de leveranciers:
controle van de werking van de apparatuur
een kind met oorhangers en solo apparatuurWanneer een kind met oorhangers solo apparatuur draagt, kan de werking eenvoudig worden gecontroleerd door mee te luisteren met de stetoclip/luistervink. De oorhanger met ontvanger wordt aan de stetoclip gehangen. De leerkracht hangt de zender om, en de logopedist luistert of de solo apparatuur inderdaad werkt. Dit kan eenvoudig gecontroleerd worden door op de microfoon van de zender te tikken. Wanneer dit getik gehoord wordt via de solo, werkt de apparatuur (zowel zender als ontvanger).
een kind met CI en solo apparatuurEr kan meegeluisterd worden of het signaal binnenkomt bij de CI, met behulp van de meeluisterkabeltjes. Deze kabeltjes zijn per merk en type CI verschillend. Ook hier werkt het bij de controle goed om op de microfoon van de zender te tikken. Dit moet gehoord worden via de ontvanger.
De logopedisten of technische ondersteuning binnen de school kunnen helpen bij het meeluisteren naar de apparatuur en met het beoordelen van de werking van de apparatuur.
introductie bewaardozen solo apparatuur
Wanneer meerdere kinderen binnen een klas solo apparatuur dragen, is het belangrijk de apparatuur zorgvuldig op te bergen. Dit zowel aan het eind van de dag, als op momenten dat de apparatuur even uit wordt gedaan. Het is namelijk belangrijk dat de ontvangers van de kinderen niet door elkaar raken.
Per klas kan er een bewaardoos worden gebruikt. Daarin heeft iedere leerling een eigen vakje (met naamlabel), waarin hij zijn apparatuur kan opbergen. Wanneer de leerling de solo apparatuur uitdoet, bergt hij/zij deze altijd op in de bewaardoos.
wat te doen bij problemen
Wanneer de technisch vakman/logopedist binnen de school werkzaam is, kan deze de apparatuur controleren. Dan kan naar voren komen dat de zender of ontvanger kapot is. Deze moet dan ter reparatie worden opgestuurd aan de leverancier. Het kan hierbij nuttig zijn, gezien de kosten van de apparatuur, om de apparatuur verzekerd te versturen. Vaak kan op dat moment reserve apparatuur worden ingezet (zender of ontvanger), zodat de betreffende klas of leerling niet zonder apparatuur komt te zitten.